Zo'n laatste dag van het jaar, hoe zotweinig die ook verschilt van al die andere dagen, doet een mens al eens afstemmen op 'nostalgie'. Ik heb het daarbij niet over de radiozender, al durf ik zonder schroom toegeven dat ik bij teveel gejengel op andere posten in de auto al eens naar deze zender vlucht. Ik hou best van een stevige Beethoven, wentel mij graag in duistere Scandinavische klanken, maar meebrullen met Queen of The Beatles, tja, een mens heeft dat wel eens nodig. Maar vandaag gaat het mij om die andere vorm van nostalgie: mezelf laten wegglijden in het verleden. Ik maak het mezelf daarbij nogal gemakkelijk: oude foto's en een kast vol brieven, dagboeken en prulletjes waar de herinneringen aan vastkleven, zijn altijd binnen handbereik (tellen een paar meters ook als 'handbereik'?). In een poging om die hoop tot iets meer gestructureerde om te toveren, kwam ik niet tot een ordelijk schab in de bewuste kast, maar wel tot een inzicht over mezelf waar ik best vrede mee kan nemen: dat ik altijd een ernstig persoontje ben geweest, maar de dingen niet altijd te serieus nam.