Blind date in Brugge

Gepubliceerd op 25 augustus 2020 om 20:45

Mijn excuses alvast voor de titel. Ik heb namelijk een lichte gruwelneiging bij te pas en te onpas gebruikte Engelse termen. Als ik ze zelf in de mond neem, zal dat eerder op een cynisch toontje zijn. Waar ik dan wel van hou, zijn alliteraties en ik had er net zin in eentje. Eigenlijk slaat het op niet zoveel… Blind (uitgesproken als ‘blaajnd’)? Ik had al foto’s van hem gezien. Hij heette Karel en had al geïnteresseerd gereageerd op mijn mails en berichtjes. Date? Ja, een afspraak was er wel gemaakt, meer nog, het hele gezin werd gewoon meegesleurd. ‘Brugge’tot slot, dat klopt helemaal!
Genoeg taalgepalaver, tijd voor inhoud!

Dat ik al een tijdje aan het werk ben aan een boek over Adolphe Sax is je misschien niet ontgaan. Spelen op zo’n prachtig instrument laat ik (voorlopig) aan mijn man over. Heel misschien raakt dochterlief ooit nog overtuigd om haar muzikale bezigheden te verdelen over hobo en saxofoon. Je merkt het, ik sleur graag anderen mee in mijn avontuur. Daarom moet ook de brave zoon in het verhaal passen, hij staat model voor het hoofdpersonage van het boek-in-wording.

Gewapend met mondmasker en een kartonnen map met eerste schetsen onder mijn arm stonden we deze ochtend voor een gevel die niet thuis hoort in de categorie van typisch Brugse gevels. Geen middeleeuwsaandoende kantelen of kleine luikjes voor de ramen, wel een knap pand met een sierlijke groene poort en groot uitstalraam. Nieuwsgierig stonden we voor het atelier van ‘Adolphe Sax en Cie’.

Toen deed mijn ‘date’ de krakende deur open. Daar stond een potige kerel die mij zou helpen om Sax historisch en beeldend juist te kaderen. Wat voorzien was als een uurtje uitwisseling van informatie draaide uit op drie uur luisteren naar ongelooflijke verhalen en snuisteren tussen oude en nieuwe spullen. Achter elke deur zaten nieuwe verrassingen. 'Nieuw' betekende hier niet schitterende glans, wel innovatieve toestellen en gesorteerde bakjes met onderdelen geschikt in kasten en rekken die op hun beurt wel versierd waren met door metaalstof bedekte spinnenwebben. Ik leerde dat de plaatjes aan de binnenkant van de saxkleppen ‘polsers’ heten en een enorme invloed hebben op de klank. Mijn geheugenkaartje stond binnen de kortste keren vol met detailfoto’s van kleppen en mondstukken, gereedschap uit het Sax-atelier én een door de maestrao himself (oeps,hier ga ik zelf even uit de Engelse bocht) gemaakte sopraansax.

 

Plots klonk een verbaasde jongensstem: "Kijk, moeke, dat schilderij hangt toch bij ons in de wc?". Nu moet je weten dat alles in dit gebouw te maken heeft met Adolphe Sax en instrumentenbouw. Slechts één ding, een klein kadertje, was dat niet: een schilderij dat Henri Evenepoel van zijn zoontje maakte. "Ah ja, dat is Kareltje," antwoordde de instrumentenbouwer geamuseerd. Tot dan toe had hij er niet bij stilgestaan dat de kunstenaar die 'Petit Charles' op doek zette, dezelfde familienaam droeg als die Vlaams-Brabantse vrouw die hij nu over de vloer had. In toeval heb ik eigenlijk nog nooit geloofd, maar dat net dit werk, in een heel andere context, van een kunstenaar met wie ik ergens een voorouder deel, zowel op deze plek als bij ons thuis te vinden was, dat deed mij even twijfelen of er toch iets als 'lotsbestemming' zou bestaan. 

Vandaag heb ik de geur van het atelier kunnen opsnuiven, ik heb het werkmateriaal van de uitvinder gezien, het metaal, de legering aangeraakt. Ik heb Sax gevoeld. Ik ontdekte een link van mij, langs Henri Evenepoel, naar Charles, klein Kareltje tot Adolphe. Iets zegt mij dat ik er nu helemaal klaar voor ben, vooruit met dat boek!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.